- 16 uur geleden
Steijn doorbreekt eindelijk stilzwijgen: ‘Mislintat was woedend’
Maurice Steijn erkent dat hij geen goede werkrelatie had met Sven Mislintat bij Ajax. De reeds na zestien weken vertrokken hoofdtrainer blikt zaterdag in een uitgebreid interview met De Telegraaf terug op zijn periode in Amsterdam. De relatie tussen directeur voetbalzaken en Steijn raakt al snel verstoord. Hij bleek achteraf al bij zijn eerste ontmoeting met Mislintat op een dwaalspoor te zijn gezet. “We gingen het samen doen, zei hij in mei bij mij thuis. Het was samen, maar in de praktijk al heel snel ieder voor zichzelf.”
Steijn werkte altijd nauw samen met algemeen en technisch directeuren, maar daar was bij Ajax geen sprake van. “Hij gaf aan dat ik bij al mijn ploegen een overperformer was en dat ik de laatste tien jaar de meest fitte elftallen uit de Eredivisie had. Bij mijn vorige clubs werkte ik nauw samen met de algemeen directeur en technisch directeur. Alle grote technische beslissingen namen we bij die clubs in samenspraak. Dat was een kwestie van geven en nemen. Maar in mijn periode bij Ajax..”
“Al snel bekroop Steijn het gevoel dat Mislintat hem had aangesteld met het idee dat hij volledige vrijheid op de transfermarkt zou hebben bij het samenstellen van de selectie. "Na de Europese uitwedstrijd tegen Ludogorets - op 24 augustus - kwam het tot een enorme botsing, waar ook stafleden bij aanwezig waren. Zijn aankopen tilden Ajax niet naar een hoger niveau, kwamen uit tweede divisies van Frankrijk, Duitsland en Engeland en de topaankopen lieten op zich wachten”, somt Steijn op.
“Wij als staf hadden volgens hem geen verstand van het samenstellen van een selectie en hoefden ons daar niet mee te bemoeien. 'Ik ben verantwoordelijk voor de selectie, jullie voor het elftal.' Voor het eerst dacht ik: hier ben ik niet op mijn plaats.” Op 3 september stak Steijn de lont in het kruitvat door te stellen dat behalve Josip Sutalo de aankopen niet zijn keuzes waren. “Voor de wedstrijd zag ik dat Mislintat de Nederlanders links liet liggen en zich alleen bekommerde om de aankopen. Dat voelde voor mij niet goed. En voor de Nederlandse spelers evenmin. Na die wedstrijd twijfelde ik voor het eerst of ik moest doorgaan bij Ajax. Mijn uitspraak was trouwens genuanceerder en niet om alles op het bordje van Mislintat te leggen. Of hem bewust voor de bus te gooien, zoals later werd gesuggereerd.”
“Ik heb gezegd dat ik de spelers niet kende en ze niet op mijn lijstje stonden. Achteraf niet handig, maar wel eerlijk. Mislintat was woedend. Volgens hem was hij zijn autoriteit en was ik in één klap de spelersgroep kwijt. Na de interlandperiode die volgde heb ik alle spelers gesproken en het juiste perspectief bij hen geschetst. De meesten hadden mijn uitspraak niet eens meegekregen.” Vanaf dat moment voelde Steijn dat Mislintat niet langer met hem door wilde. “Het contact werd steeds minder. Hij nam me openlijk kwalijk na de blessure van Géronimo Rulli voor Jay Gorter gekozen te hebben boven Ramaj. Ik vermoedde dat sommige spelers een basisplaats was toegezegd. Het leek erop of hij ze tegen mij opzette.”
Steijn hoorde achteraf dat hij ten onrechte had vertrouwd dat Mislintat en hij het samen zouden gaan doen. “Later kreeg ik te horen dat ik dit scenario had moeten voorzien, omdat het in Duitsland normaal is. Ik had het bij mijn contract onderhandelingen moeten tackelen. Moet je dan contractueel inspraak bij transfers vastleggen? Of een vetorecht? Sommige zaken horen toch vanzelfsprekend te zijn? Dit was nota bene Ajax, waar Overmars en Ten Hag altijd vier handen op één buik waren. We hadden uitgesproken terug te willen naar die situatie. Achteraf is het makkelijk veroordelen.”