Aad de Mos kritisch op miljoenentransfer: 'Hij is door het systeem van Ajax groot geworden'

Imre Himmelbauer

Bijgewerkt: 8 jul. 2023 10:39 CEST
3 min leestijd

Aad de Mos heeft weinig vertrouwen in een succesvolle afloop van de samenwerking tussen Anderlecht en Kasper Dolberg. De Deen, die zijn grote doorbraak kende bij Ajax, werd vrijdag gepresenteerd als nieuwe aanwinst bij de Belgische topclub. Hij komt over van OGC Nice, dat 4,5 miljoen euro voor de 25-jarige spits ontvangt. De rechtspoot tekent tot de zomer van 2027 in Brussel.

"Dolberg moet in een team spelen wat puur aanvallend speelt. In de zestien is hij sterk, hij heeft een goede techniek en handelingssnelheid, maar mist gif en is door het systeem van Ajax groot geworden. Hij kan zelf niks forceren. Ik vind het geen topper. De Denen van Anderlecht kopen Dolberg omdat ze hem kennen. Maar in Frankrijk, Spanje en Duitsland is het niets geworden", zegt De Mos tegenover Het Laatste Nieuws. Anderlecht heeft met coach Brian Riemer, Sports CEO Jesper Fredberg en Sports Manager Mikkel Hemmersam drie Denen op bepalende posities in de club.

Artikel gaat verder onder de video

De Mos erkent dat Dolberg in zijn debuutseizoen bij Ajax wel degelijk een goed seizoen speelde. "Eén heel goed seizoen, ja. Dat kan weleens met spitsen. Ik noem dat ‘casinogeluk’. Omdat alles toen rond hem draaide. Komt daarbij dat in België veel beter wordt verdedigd dan in Nederland. De verdedigers gaan erbovenop zitten en onder zijn huid kruipen. Terwijl het doorzettingsvermogen van Dolberg nooit zijn grootste kwaliteit is geweest. Hij zal het niet makkelijk krijgen in België, ik heb echt mijn twijfels over deze transfer."

Dolberg vertrok in de zomer van 2019 na 119 wedstrijden voor Ajax, waarin hij 45 keer scoorde en 16 assists leverde, voor 20,5 miljoen euro naar OGC Nice. De aanvaller kende een goed debuutseizoen, waarin hij 11 keer scoorde in 26 wedstrijden, maar daarna namen de prestaties af. Dolberg werd afgelopen seizoen verhuurd aan zowel Sevilla als Hoffenheim, maar bij beide clubs kon de veertigvoudig international (elf goals) een potten breken.