- 2 uur geleden
De tien duurste uitgaande transfers van Barcelona ooit
Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. In het verhandelen van spelers gaat ontzettend veel geld om en clubs zijn vaak bereid flink te investeren in de selectie en proberen hun spelers ook voor een zo hoog mogelijk bedrag van de hand te doen. Ook Barcelona heeft over de jaren heen een aantal enorme transfers bewerkstelligd en flink geld uitgegeven op de transfermarkt. Dit zijn de tien duurste uitgaande transfers van Barcelona aller tijden.
Nélson Semedo - 32 miljoen euro (Wolverhampton Wanderers, 2020/21)
Nélson Semedo groeide in twee jaar tijd bij Benfica uit tot vaste waarde en de Portugees verdiende zodoende in 2017 een transfer naar Barcelona, dat 35,7 miljoen euro voor hem betaalde. In Barcelona werd de verdediger nooit helemaal onomstreden, maar met 124 wedstrijden is toch niet te zeggen dat hij alleen maar de bank heeft warm gehouden. In 2020 breidde het toen zeer Portugees getinte Wolverhampton Wanderers de Portugese enclave met Semedo uit. De club betaalde op 23 september 2020 32 miljoen euro voor zijn komst.
Cesc Fàbregas - 33 miljoen euro (Chelsea, 2014/15)
De ‘verloren zoon’ Cesc Fàbregas keerde op 15 augustus 2011 terug bij Barcelona, waar hij voor zijn overstap naar Arsenal het grootste deel van de jeugd had doorlopen. Hij speelde 151 officiële duels voor de Catalanen en was bij liefst 92 doelpunten betrokken: 50 assists en 42 treffers. Na drie jaar vertrok hij op 12 juni 2014 naar Chelsea, dat 33 miljoen euro aan Barça betaalde. Na vijf seizoenen voor de Engelse topclub te hebben gesprek vertrok hij voor negen miljoen euro naar AS Monaco. In de zomer van 2022 streek hij neer in de Italiaanse Serie B bij Como, waar hij na een seizoen zijn carrière beëindigde.
Jasper Cillessen - 35 miljoen euro (Valencia, 2019/20)
Jasper Cillessen werd op 25 augustus 2016 door Barcelona vooral als tweede keeper gehaald achter toenmalig eerste doelman Marc-André Ter Stegen. Hij speelde dan ook maar 32 wedstrijden voor de club. Desondanks maakte Barcelona flinke winst op de keeper. Valencia betaalde op 25 juni 2019, drie jaar na zijn komst naar het Camp Nou, 35 miljoen euro voor Cillessen. De Braziliaanse keeper Neto bewandelde voor 26 miljoen euro, exclusief 9 miljoen euro aan bonussen, de omgekeerde weg. Het verblijf van Cillessen bij Valencia was ook een geen doorslaand succes en na drie seizoenen keerde hij in de zomer van 2022 terug bij NEC, waar hij zijn carrière ook begon. De Nijmegenaren betaalden één miljoen euro voor de doelman.
Malcom - 40 miljoen euro (Zenit Sint-Petersburg, 2019/20)
Malcom maakte op jonge leeftijd erg veel indruk bij Girondins Bordeaux. De Braziliaan leek na zijn goede prestaties op weg naar AS Roma, maar op het laatste moment meldde Barcelona zich. Een dag later, op 24 juli 2018 was de deal beklonken: Barcelona betaalde 41 miljoen euro plus 1 miljoen euro aan bonussen voor de aanvaller. Veel indruk wist hij in het Camp Nou echter niet te maken. Na vijftien wedstrijden en één doelpunt wist Barça genoeg en besloot het Malcom weer van de hand te doen. Zenit Sint-Petersburg meldde zich en nam de Braziliaan op 24 augustus 2019 voor veertig miljoen euro over van Barcelona. De club maakte dus nauwelijks verlies op hem. Na vier seizoenen in Rusland gespeeld te hebben, vertrok Malcom voor zestig miljoen euro naar Al-Hilal.
Paulinho - 42 miljoen euro (Guangzhou Evergrande, 2018/19)
Barcelona baarde in 2017 opzien door Paulinho voor veertig miljoen euro van het Chinese Guangzhou Evergrande te kopen. De Braziliaan was door de sterke concurrentie niet altijd zeker van een basisplaats bij Barcelona, maar van een miskoop was zeker geen sprake. De verbazing was echter opnieuw groot toen de middenvelder in 2018, een jaar na zijn komst, weer naar de Chinese club vertrok. Het eerste halfjaar speelde hij op huurbasis voor Guangzhou en daarna werd de koopoptie in de overeenkomst gelicht. De Chinese club betaalde op 4 januari 2019 42 miljoen euro om de rechtspoot definitief terug te halen. In de zomer van 2021 tekende Paulinho transfervrij bij Al-Ahli in Saoedi-Arabië, waar hij nog geen twee maanden onder contract stond. In januari 2022 tekende de middenvelder, die toen zonder club zat, bij Corinthians.
Alexis Sánchez - 42,5 miljoen euro (Arsenal, 2017/18)
Alexis Sánchez was in 2011 een van de sterspelers van Udinese en verdiende met zijn goede prestaties in Italië een transfer naar Barcelona, dat op 20 juli 2011 inclusief bonussen 26 miljoen euro voor hem betaalde. Bij Barcelona presteerde de Chileen prima, maar door de enorme concurrentie in de aanval in het Camp Nou kon hij niet altijd op een basisplaats rekenen. Na drie seizoen bij Barcelona, waarin hij in 141 wedstrijden goed was voor 46 goals en 37 assists, meldde Arsenal zich. De Londenaren betaalden op 10 juli 2014 liefst 42,5 miljoen euro voor de vleugelspeler. In de zomer van 2018 werd Sánchez voor 34 miljoen euro verkocht aan Manchester United, dat hem vervolgens na een seizoen verhuurde aan Internazionale. De Italiaanse topclub nam Sánchez in de zomer van 2020 transfervrij over en speelde hij nog twee seizoenen in Milaan. Na een uitstapje naar Olympique Marseille in het seizoen 2022/23 keerde de aanvaller in de zomer van 2023 terug bij Inter.
Ousmane Dembélé - 50 miljoen euro (Paris Saint-Germain, 2023/24)
Ousmane Dembélé maakte op 12 augustus 2023 voor vijftig miljoen euro de overstap van Barcelona naar Paris Saint-Germain. De Franse aanvaller had in zijn contract een gelimiteerde transfersom staan, waardoor hij voor een relatief laag bedrag naar Parijs kon vertrekken. Barcelona betaalde in 2017 namelijk nog 135 miljoen euro voor de spits. "We zijn blij dat we hem mogen verwelkomen bij PSG, waar hij een belangrijke speler zal zijn voor onze club", aldus voorzitter Nasser Al-Khelaifi over het aantrekken van de aanvaller. "We zijn trots dat we opnieuw een Franse wereldkampioen naar onze club kunnen halen". Dembéle stond daarnaast te popelen om te spelen voor PSG. "Ik ben blij en kan niet wachten om uit te komen voor mijn nieuwe club. Ik hoop hier verder te kunnen groeien en fans trots te maken", aldus de aanvaller destijds op de clubwebsite.
Luís Figo - 60 miljoen euro (Real Madrid, 2000/01)
Zonder meer een van de pikantste transfers ooit is die van Luís Figo. Bij Barcelona was de Portugees een van de sterkhouders en dat wekte interesse van vele clubs. Het was echter Real Madrid dat aan het langste eind trok. Figo had een transferclausule van zestig miljoen euro in zijn contract staan, een bedrag dat destijds nog nooit voor een voetballer was betaald. Real bracht daar in op 25 juli 2000 verandering in en kon daardoor meteen onderhandelen met de aanvaller. Die zag de overstap ook wel zitten en dus kwam een deal tot stand. Een heel fijn weerzien met Barcelona werd het overigens niet voor Figo: tijdens zijn eerste wedstrijd als Real Madrid-speler in het Camp Nou kreeg hij bij het nemen van een corner vanuit het publiek een varkenshoofd naar zich toe gegooid.
Arthur Melo - 72 miljoen euro + 10 miljoen euro (Juventus, 2020/21)
De transfer van Arthur Melo is op zijn minst wat schimmig te noemen. De Braziliaan verhuisde op 9 juli 2018 naar Barcelona, dat 31 miljoen euro naar zijn club Grêmio overmaakte. De Braziliaan kon mede door blessureleed echter nooit tot een vaste basisspeler uitgroeien in Catalonië. Dat weerhield Juventus er echter niet van om op 29 juni 2020 in totaal 80,6 miljoen euro (inclusief bonussen) te betalen om de middenvelder te strikken. Miralem Pjanic bewandelde voor zestig miljoen euro de omgekeerde route. De deal zou echter vooral gedaan zijn voor de boekhouding en om de cijfers van zowel Barcelona als Juventus mooier te laten lijken dan ze in werkelijkheid waren. Melo wist ook geen potten te breken bij Juventus en werd in het seizoen 2022/23 verhuurd aan Liverpool. In de zomer van 2023 streek op huurbasis neer bij Fiorentina.
Neymar - 222 miljoen euro (Paris Saint-Germain, 2017/18)
Toen Barcelona Neymar in 2013 voor 88 miljoen euro van Santos kocht, kwamen speler en club een transferclausule van 222 miljoen euro overeen. De Catalaanse club dacht waarschijnlijk dat niemand een dergelijk bedrag ooit zou betalen, maar in de zomer van 2017 stond Paris Saint-Germain opeens met een enorme zak geld op de stoep. Het besloot de transferclausule van de Braziliaan te activeren en kon daardoor direct beginnen met de onderhandelingen met de aanvaller. Ook Neymar zag wel brood in een overstap en zo kwam het op 3 augustus 2017 tot een deal. De transfer verpulverde het oude transferrecord, dat op naam stond van Paul Pogba. De Fransman verruilde Juventus op 8 augustus 2016 voor 105 miljoen euro voor Manchester United. In de zomer van 2023 liet Neymar PSG achter zich en werd hij voor negentig miljoen euro verkocht aan Al-Hilal.