De tien duurste uitgaande transfers van Real Madrid aller tijden

Daniel Cabot Kerkdijk

• Bijgewerkt: 17 feb. 2024 14:06 CET
• 7 min leestijd

Top tien

Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. Ook Real Madrid heeft over de jaren heen een aantal enorme transfers bewerkstelligd en flink geld uitgegeven op de transfermarkt. Dit zijn de tien duurste uitgaande transfers van Real Madrid aller tijden.

Raphaël Varane - 40 miljoen euro (Manchester United, 2021/22)

In 2011 pikte Real Madrid Raphaël Varane op bij RC Lens, dat elf miljoen euro ontving voor de centrale verdediger. De Fransman werd drie keer landskampioen met de Spaanse topclub en won liefst vier keer de Champions League, maar in de zomer van 2021 kwam er een einde aan een tijdperk in Madrid. De club raakte met Sergio Ramos, die transfervrij naar Paris Saint-Germain vertrok, en Raphaël Varane twee van de belangrijkste centrumverdedigers van de voorbije jaren kwijt. Het contract van de Fransman met Real Madrid liep nog maar een jaar door, waardoor Manchester United voor een relatief laag, initieel, bedrag goede zaken kon doen. Manchester United betaalde op 27 juli 2021 een bedrag van veertig miljoen euro voor de verdediger.

Gonzalo Higuain - 40 miljoen euro (Napoli, 2013/14)

Hij werd gedurende zijn loopbaan vaak verketterd, met name in de laatste jaren van zijn loopbaan in Europa, maar Gonzalo Higuain was in zijn jongere jaren een bewezen doelpuntenmaker. Hij ging al op achttienjarige leeftijd naar Real Madrid, waar hij in twee jaar tijd de barrière van vijftig goals in LaLiga slechtte. Vanaf 2010/11 moest hij de concurrentie met Karim Benzema aangaan en uiteindelijk werd hij in 2013 aan Napoli verkocht. In 264 officiële duels voor Real Madrid was hij goed voor 121 doelpunten. Bij Napoli werd de Argentijnse doelpuntenmaker de opvolger van de naar Paris Saint-Germain vertrokken Edison Cavani. Na twee seizoenen in Napels verkaste Higuain voor liefst negentig miljoen euro naar Juventus, dat hem na twee seizoenen achtereenvolgens verhuurde aan AC Milan en Chelsea. In het seizoen 2019/20 kwam hij nog in actie voor Juventus, waarna hij transfervrij vertrok naar Inter Miami. In de Verenigde Staten zette Higuain in januari 2023 een punt achter zijn carrière.

Achraf Hakimi - 43 miljoen euro (Internazionale, 2020/21)

Na een uitleenperiode van twee seizoenen aan Borussia Dortmund was de verwachting dat Achraf Hakimi zou terugkeren naar Real Madrid. De Madrileense grootmacht koos er echter voor om de Marokkaans international aan Internazionale te verkopen. Hakimi speelde jarenlang in de jeugdopleiding van Real Madrid, maar kreeg geen echte kans in de hoofdmacht. Hij kwam uiteindelijk niet verder dan zeventien duels in het eerste, waarna de club besloot om de veelzijdige vleugelverdediger van de hand te doen. Op 2 juli 2020 maakte Internationale een bedrag van 43 miljoen euro over voor de verdediger. Na slechts één seizoen in de Serie A werd Hakimi voor 68 miljoen euro verkocht aan Paris Saint-Germain.

Robinho - 43 miljoen euro (Manchester City, 2008/09)

Real Madrid probeerde Robinho in de zomer van 2008 als wisselgeld te betrekken in een deal met Manchester United over Cristiano Ronaldo. De komst van de Portugees mislukte en de Braziliaan weigerde vervolgens een nieuw contract te signeren, omdat hij naar Chelsea wilde. Het werd uiteindelijk Manchester City, dat 43 miljoen euro betaald voor de aanvaller. Robinho, die vijf jaar lang de duurste uitgaande transfer van Real Madrid was, speelde 137 officiele duels voor de Koninklijke en was daarin 35 keer trefzeker. Hij kwam na zijn overstap naar The Citizens nog uit voor het Santos, AC Milan, Guangzhou Evergrande, Atlético Mineiro, Sivasspor en Basaksehir. Robinho sloot uiteindelijk in oktober 2020 zijn carrière af bij Santos, waar hij zijn carrière ook begon.

Mateo Kovacic - 45 miljoen euro (Chelsea, 2019/20)

Real Madrid nam Mateo Kovacic in de zomer van 2015 voor 38 miljoen euro over van Internazionale. Het verblijf van Kovacic bij de Spaanse topclub was geen al te groot succes. In de helft van zijn 109 officiële duels voor de Madrilenen kwam hij als invaller binnen de lijnen en in niet een van zijn drie seizoenen kwam hij verder dan twintig competitieduels als basiskracht van Real Madrid. In 2017/18 verscheen hij zelfs maar tien keer aan de aftrap van een LaLiga-wedstrijd. Hij werd in 2018/19 uitgeleend aan Chelsea, dat de Kroatisch international een jaar later definitief overnam voor 45 miljoen euro. Kovacic kwam in totaal vier seizoenen uit voor Chelsea en werd in de zomer van 2023 voor bijna dertig miljoen euro verkocht aan Manchester City.

Mesut Özil - 47 miljoen euro (Arsenal, 2013/14)

Mesut Özil was een belangrijke schakel bij Real Madrid tussen 2010 en 2013. De beslissing van Real Madrid om Mesut Özil te verkopen zorgde daarom ook voor veel woede onder de fans en zelfs in de spelersgroep. Cristiano Ronaldo nam geen blad voor de mond. “Ja, ik ben boos dat Mesut vertrekt. Hij is de speler die het beste weet hoe ik voor het doel beweeg”, vertelde de Portugees. Özil kwam na het WK van 2010 over van Werder Bremen, dat achttien miljoen euro ontving. Hij was toen voor velen een relatief onbekende voetballer, maar al snel veroverde hij de harten van de socios. Na 27 doelpunten en 80 assists in 159 officiële duels verliet hij Real Madrid als een wereldster. Arsenal nam Özil voor 47 miljoen euro over. In januari 2021 verliet hij de Engelse topclub transfervrij voor Fenerbache, waar hij anderhalf seizoen speelde. In de zomer van 2022 tekende hij bij Basaksehir, waar hij in maart 2023 een punt achter zijn carrière zette.

Álvaro Morata - 66 miljoen euro (Chelsea, 2017/18)

Antonio Conte wilde eigenlijk Romelu Lukaku hebben, maar Chelsea koos ervoor om Álvaro Morata te halen en betaalde daar ook de absolute hoofdprijs voor. De aanvaller maakte medio 2014 een transfer van Real Madrid naar Juventus, dat twintig miljoen euro voor hem betaalde. In Turijn kende hij twee goede seizoenen en Real Madrid lichtte een terugkoopoptie van dertig miljoen euro, maar de hereniging was geen onverdeeld succes. Hij scoorde weliswaar 20 keer in 43 officiële duels, maar zijn speeltijd was hoofdzakelijk als invaller. Toch kreeg Real Madrid het voor elkaar om 66 miljoen euro voor Morata te ontvangen. Morata was op dat moment de duurste aanwinst aller tijden van Chelsea. In Londen kon de Spaanse spits ook geen vaste waarde worden. Hij werd in januari 2019 voor een half seizoen verhuurd aan Atlético Madrid, dat hem in de zomer van 2020 voor 35 miljoen euro definitief overnam. Diezelfde zomer werd hij vervolgens direct voor twee seizoenen verhuurd aan Juventus, waarna hij in de zomer van 2022 terugkeerde bij Atlético.

Casemiro - 70,6 miljoen euro (Manchester United, 2022/23)

Casemiro is financieel gezien een van de meest geslaagde transfers aller tijden van Real Madrid. De Braziliaan kwam in 2013 voor een bedrag van zes miljoen euro over van Sao Paulo en ruilde de Spaanse topclub negen jaar later voor bijna het twaalfvoudige in voor Manchester United. De Engelse topclub betaalde 70,6 miljoen euro voor Casemiro, die in het tricot van Real Madrid uit tot een van de beste spelers op zijn positie. De Braziliaan won liefst achttien hoofdprijzen, waaronder vijfmaal de Champions League, drie landstitels en drie keer het WK voor clubteams.

Ángel Di Maria - 75 miljoen euro (Manchester United, 2014/15)

Ofschoon hij in zijn allerlaatste wedstrijd voor Real Madrid tot ‘Man van de Wedstrijd’ werd uitgeroepen, de Champions League-finale tegen Atlético Madrid, koos Real Madrid er in 2014 toch voor om Ángel Di Maria aan Manchester United te verkopen. Met 36 doelpunten en liefst 85 assists in 196 officiële wedstrijden was hij in zijn vier seizoenen zonder meer een zeer betrouwbare voetballer voor Real Madrid. De aanwezigheid van Gareth Bale beïnvloedde echter zijn rol binnen het elftal en na de komst van Toni Kroos en James Rodriguez na het WK van 2014 werd Di Maria verkocht aan Manchester United. Di Maria werd op dat moment niet alleen de duurste speler van Manchester United aller tijden, maar ook van de Premier League. Het verblijf van de Argentijn op Old Trafford was echter geen succes en hij werd een jaar later alweer verkocht. Paris Saint-Germain betaalde 63 miljoen euro en zag Di Maria vervolgens in de zomer van 2022 transfervrij tekenen bij Juventus. De Italiaanse topclub verruilde hij een seizoen later opnieuw transfervrij voor Benfica, waar zijn Europese avontuur in 2007 ook startte.

Cristiano Ronaldo - 117 miljoen euro (Juventus, 2018/19)

Cristiano Ronaldo werd met zijn vertrek bij Real Madrid in de zomer van 2018 op dat moment direct de duurste uitgaande transfer van de Spaanse topclub. De vedette uit Portugal was jarenlang de speler waar het bij Spaanse topclub om draaide. Hij won onder meer zestien hoofdprijzen en vier Ballon d’Ors. Ronaldo maakte 101 doelpunten voor Real Madrid in de Champions League, meer dan wie dan ook voor een club, en scoorde in elk van zijn negen seizoenen minimaal dertig keer. De teller bleef op 450 officiële doelpunten steken, alvorens hij als beste speler van Real Madrid aller tijden voor een recordbedrag van 117 miljoen euro aan Juventus werd verkocht. In de Serie A bleef Ronaldo uitstekend presteren, maar lukte het hem niet om de Champions League te winnen. Na drie seizoenen bij de Italiaanse topclub keerde hij terug bij Manchester United, dat zeventien miljoen euro betaalde. Na anderhalf seizoen gingen Ronaldo en de Engelse topclub met onenigheid uit elkaar en tekende de Portugees in januari 2023 bij het Saoedische Al-Nassr.