- 3 uur geleden
De tien duurste uitgaande transfers van Juventus
Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. Ook Juventus heeft over de jaren heen een aantal enorme transfers bewerkstelligd en flink geld uitgegeven op de transfermarkt. Dit zijn de tien duurste uitgaande transfers van Juventus aller tijden.
Dejan Kulusevski - 30,0 miljoen euro (Tottenham Hotspur, 2023/24)
Dejan Kulusevski streek al op zestienjarige leeftijd neer in Italië, waar hij zich in juli 2016 bij de jeugdopleiding van Atalanta voegde. Het Zweedse IF Brommapojkarna ontving destijds 3,5 miljoen euro voor de aanvaller. De doorbraak van Kulusevski volgde niet bij Atalanta, maar bij Parma. De dribbelaar werd daar in de zomer van 2019 op huurbasis overgenomen en speelde zich binnen een half jaar in de kijker bij Juventus. De Oude Dame betaalde 35 miljoen euro en liet Kulusevski zijn huurperiode bij Parma afmaken. Vervolgens speelde hij 74 wedstrijden voor Juventus waarin hij negen keer tot scoren kwam. In januari 2022 werd hij voor anderhalf seizoen tegen een bedrag van tien miljoen euro verhuurd aan Tottenham Hotspur, dat hem in de zomer van 2023 voor dertig miljoen definitief overnam.
Filippo Inzaghi - 36,15 miljoen euro (AC Milan, 2001/02)
Bij Juventus vormde Filippo Inzaghi een gevaarlijk drietal met Alessandro Del Piero en Zinédine Zidane. Inzaghi kwam tot 89 doelpunten in het tenue van Juventus, ondanks dat hij regelmatig op de bank moest plaatsnemen. Hierop besloot Inzaghi om in de zomer van 2001 voor omgerekend 36,15 miljoen euro naar AC Milan te vertrekken. In Milaan groeide de spits uiteindelijk uit tot een clubicoon. In 300 wedstrijden voor AC Milan scoorde de aanvaller 126 keer en gaf hij 33 assists. Ook won hij twee keer de Champions League, twee keer de landstitel en één keer de Italiaanse beker met i Rossoneri. In 2012 sloot Inzaghi zijn carrière af bij AC Milan.
Mattia Caldara - 36,9 miljoen euro (AC Milan, 2018/19)
Mattia Caldara groeide uit tot een van de duurste uitgaande transfers van Juventus, zonder ooit één officieel duel gespeeld te hebben voor de club. De verdediger maakte veel indruk bij Atalanta, waarna Juventus hem in de winter van 2017 kocht voor negentien miljoen euro. Caldara speelde echter nog anderhalf jaar op huurbasis voor Atalanta. Pas in de zomer van 2018 sloot de Italiaan aan bij Juventus. Zijn officiële verblijf in Turijn was echter maar van korte duur, want diezelfde zomer maakte AC Milan 36,9 miljoen euro over naar Juventus om Caldara in te lijven. Leonardo Bonucci bewandelde de omgekeerde weg.
Arturo Vidal - 39,3 miljoen euro (Bayern München, 2015/16)
Na een goed seizoen bij Bayer Leverkusen kwam Arturo Vidal in juli 2011 bij Juventus terecht. De middenvelder gaf de voorkeur aan een avontuur bij Juventus, boven een transfer naar Bayern München. Dat was in de zomer van 2015 wel anders. De middenvelder had een aantal goede jaren achter de rug bij Juventus en kon de interesse van Bayern München niet weerstaan. Op 28 juli 2015 vertrok Vidal definitief bij Juventus en tekende hij voor vier seizoenen bij der Rekordmeister, dat 39,3 miljoen euro betaalde. Vidal zou uiteindelijk drie seizoenen bij Bayern München spelen, voordat hij in de zomer van 2018 voor achttien miljoen euro naar Barcelona vertrok.
Leonardo Bonucci - 42 miljoen euro (AC Milan, 2017/18)
Het was een vrij grote schok toen Leonardo Bonucci in de zomer van 2017 aankondigde dat hij naar AC Milan vertrok. De Italiaan was destijds een van de beste verdedigers ter wereld en vormde bij Juventus een sterk verdedigingsduo met Giorgio Chiellini. Bonucci was echter niet meer gelukkig in Turijn, waarna hij een transfer ter waarde van 42 miljoen euro naar AC Milan maakte. In Milaan ging het echter niet voor de wind. De club presteerde slecht en het leek alsof Bonucci spijt had van zijn keuze om Juventus te verlaten. Nauwelijks een jaar na zijn transfer naar AC Milan, keerde Bonucci dan ook terug naar Juventus. Juventus betaalde 35 miljoen euro om Bonucci terug te kopen.
Miralem Pjanic - 60 miljoen euro (Barcelona, 2020/21)
Barcelona verbaasde vriend en vijand op 29 juni 2020 door Miralem Pjanic voor maar liefst zestig miljoen euro vast te leggen. De destijds dertigjarige middenvelder had niet meer dezelfde waarde als enkele jaren daarvoor. Achteraf bleek de transfer vooral een handigheidje voor de boekhouding te zijn. Door tegelijkertijd Arthur Melo voor 82 miljoen euro van Barcelona te kopen, zouden beide clubs vlak voor het sluiten van het boekjaar 2019/20 nog een winst kunnen noteren. Vanwege de coronacrisis hadden Juventus en Barcelona te maken met enorme verliezen, waardoor zo’n boekhoudkundige meevaller van essentieel belang was. De middenvelder speelde in twee jaar slechts dertig wedstrijden voor de Catalanen, waarin hij niet wist te scoren en ook geen assist gaf. In de zomer van 2022 vertrok hij transfervrij naar Sharjah FC.
João Cancelo - 65 miljoen euro (Manchester City, 2019/2020)
Op 27 juni 2018 bereikte Juventus een akkoord met Valencia over de transfer van João Cancelo. Juventus maakte veertig miljoen euro over aan de Spaanse subtopper en haalde de Portugees international voor vijf seizoenen in huis. Slechts één jaar later vertrok Cancelo alweer bij Juventus. Manchester City betaalde 65 miljoen euro voor de verdediger, terwijl Danilo voor 37 miljoen euro de omgekeerde weg bewandelde. Cancelo was op dat moment de duurste rechtsback aller tijden.
Matthijs de Ligt - 75 miljoen euro (Bayern München, 2022/23)
Juventus maakte op 18 juli 2019 een bedrag van 75 miljoen euro over naar Ajax om Matthijs de Ligt in te lijven. De uiteindelijke kosten voor de komst van de centrale verdediger liepen nog op met 10,5 miljoen euro als commissie aan diens zaakwaarnemer. Bij de Amsterdammers had De Ligt net de dubbel gewonnen en veel indruk gemaakt in de Champions League door de halve finales te halen. Bovendien schakelde Ajax door een kopbal van De Ligt Juventus uit in de kwartfinale van het miljardenbal. De club uit Turijn wist genoeg: De Ligt moest de komende seizoenen de nieuwe leider van de defensie van Juventus worden. Dit liep toch anders. Hoewel de verdediger vooral in de basis stond in zijn tijd bij de Oude Dame, vertrok De Ligt al vrij snel uit Italië. In de zomer van 2022 had Bayern München 67 miljoen euro over voor de Nederlander.
Zinédine Zidane - 77,5 miljoen euro (Real Madrid, 2001/02)
Zinédine Zidane groeide bij Juventus uit tot een van de beste spelers ter wereld. Tijdens zijn periode in Turijn werd de middenvelder twee keer wereldvoetballer van het jaar, won hij de Ballon d’Or en werd hij ook twee keer kampioen van Italië. Real Madrid moest in de zomer van 2001 dan ook een enorm bedrag neerleggen om Zidane in te lijven. Real Madrid betaalde omgerekend 77,5 miljoen euro voor de Fransman en maakte hem daarmee de duurste speler aller tijden op dat moment. Zidane zou uiteindelijk tot en met 2006 bij Real Madrid blijven voetballen en daar zijn carrière afsluiten.
Paul Pogba - 105 miljoen euro (Manchester United, 2016/17)
Manchester United liet Paul Pogba in de zomer van 2012 transfervrij naar Juventus vertrekken. Dat bleek achteraf een grote fout te zijn geweest van the Red Devils. Pogba groeide bij Juventus uit tot een wereldspeler en won in 2013 nog de Golden Boy Award. In 2016 kreeg Manchester United dan ook spijt van het vertrek van Pogba en legde het op 8 augustus een bedrag van 105 miljoen euro op tafel voor de terugkeer van de Frans international. De terugkeer van Pogba bij Manchester United werd geen daverend succes. Hoewel de middenvelder zeker zo nu en dan zijn klasse etaleerde, bereikte hij nooit hetzelfde niveau als bij Juventus. In 2022 keerde Pogba terug naar Juventus. Opnieuw hield Manchester United er geen cent aan over.