Dit zijn de tien duurste uitgaande transfers van AC Milan aller tijden

Milan Keskin

• Bijgewerkt: 14 feb. 2024 11:57 CET
• 6 min leestijd

Top tien

Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. Ook AC Milan heeft over de jaren heen een aantal enorme transfers bewerkstelligd en flink geld uitgegeven op de transfermarkt. Dit zijn de tien duurste uitgaande transfers van AC Milan aller tijden.

Suso - 21,0 miljoen euro (Sevilla, 2020/21)

Suso maakte al op zestienjarige leeftijd de overstap van Cádiz naar Liverpool. In Engeland lukte het de aanvaller niet om door te breken. AC Milan betaalde in januari 2015 slechts 1,3 miljoen euro om de Spanjaard over te nemen. Suso werd eerst nog uitgeleend aan Genoa, maar groeide vervolgens uit tot vaste waarde bij de Italiaanse topclub. Hij trok na 153 officiële duels de deur achter zich dicht bij AC Milan. Suso vertrok in januari 2020 op huurbasis naar Sevilla, dat hem in de zomer van dat jaar voor 21 miljoen euro definitief overnam.

Zlatan Ibrahimovic - 21,0 miljoen euro (Paris Saint-Germain, 2012/13)

Zlatan Ibrahimovic keerde, nadat hij via Malmö FF, Ajax, Juventus en Internazionale, bij Barcelona terecht was gekomen in de zomer van 2010 op huurbasis terug in de Serie A, waar hij voor AC Milan ging spelen. I Rossoneri nam de spits een jaar later definitief over voor 24 miljoen euro. Na 85 officiële wedstrijden werd Ibrahimovic in de zomer van 2012 voor 21 miljoen euro verkocht aan Paris Saint-Germain. Na vier seizoenen in de Franse hoofdstad kwam hij nog uit voor Manchester United en Los Angeles Galaxy. In januari 2020 keerde Ibrahimovic terug bij AC Milan, waarmee hij in 2022 nog de landstitel won. Na het seizoen 2022/23 zette hij op 41-jarige leeftijd een punt achter zijn carrière.

Francesco Coco - 22,5 miljoen euro (Internazionale, 2002/03)

Bij de naam van Francesco Coco gaat wellicht niet direct een belletje rinkelen. Toch kwam de linksback gedurende zijn loopbaan uit voor onder meer Barcelona, Internazionale en dus AC Milan. De linksback maakte in 2002 onderdeel uit van de ruildeal tussen de topclubs uit Milaan. Clarence Seedorf vertrok naar AC Milan en Coco ging bij Internazionale aan de slag. Coco eindigde in 2007 zijn carrière bij Internazionale en zou uiteindelijk zeventien interlands voor Italië spelen.

Lucas Paquetá - 23,4 miljoen euro (Olympique Lyon 2020/21)

AC Milan legde in 2019 maar liefst 38,4 miljoen euro neer om Lucas Paquetá los te weken bij Flamengo. Dat de middenvelder goed kon voetballen, stond buiten kijf. Alleen kwam het er niet uit bij AC Milan. De Braziliaan vertrok na slechts anderhalf jaar alweer uit Milaan. Olympique Lyon betaalde 23,4 miljoen euro voor Paquetá en in Frankrijk kreeg de middenvelder weer de smaak te pakken. Onder Peter Bosz werd Paquetá een sterkhouder in het elftal en zijn goede prestaties in Frankrijk leverde de middenvelder in de zomer van 2022 een transfer op naar West Ham United op, dat 43 miljoen euro betaalde.

Krzysztof Piatek - 24,0 miljoen euro (Hertha BSC, 2019/20)

Krzysztof Piatek werd in de zomer van 2018 door Genoa voor 4,5 miljoen euro van Cracovia overgenomen en had aan een half seizoen genoeg om AC Milan te overtuigen. I Rossoneri betaalde in januari 2019 maar liefst 35 miljoen euro voor Piatek en in het restant van het seizoen 2018/19 ging hij vrolijk verder met scoren. AC Milan dacht een topspits in huis te hebben gehaald, maar het daaropvolgende seizoen kwam Piatek amper meer tot scoren. Na de eerste helft van het seizoen 2019/20 had men in Milaan genoeg gezien en werd hij voor 24 miljoen euro verkocht aan Hertha BSC.

Leonardo Bonucci - 35,0 miljoen euro (Juventus, 2018/19)

Leonardo Bonucci werd in de zomer van 2018 gezien als een van de beste verdedigers ter wereld. De stopper stond in de belangstelling van onder meer Manchester City en Chelsea, maar koos uiteindelijk ervoor om Juventus te verruilen voor AC Milan. Bonucci wilde in Italië blijven, omdat zijn zoon aan een chronische ziekte leed en doorlopende medische ondersteuning nodig had. Daarnaast was AC Milan als enige club bereid om de vraagprijs op tafel te leggen. Bonucci voegde zich voor 42 miljoen euro. maar het huwelijk tussen de centrale verdediger en de Italiaanse topclub liep uit op een drama. Na één seizoen vertrok Bonucci weer bij AC Milan en keerde hij terug bij Juventus, dat 35 miljoen euro betaalde.

Thiago Silva - 42,0 miljoen euro (Paris Saint-Germain, 2012/13)

Thiago Silva was jarenlang een vaste waarde in het centrum van AC Milan. De Braziliaan kwam in 2009 voor tien miljoen euro over van Fluminense en maakte in drie jaar tijd een ongelofelijke indruk bij AC Milan. Paris Saint-Germain telde in 2012 een bedrag van 42 miljoen euro neer voor Silva. De verdediger zou uiteindelijk acht jaar in Parijs spelen. “Ik ben nog steeds fan van AC Milan en ik hoop dat ik ooit nog in San Siro zou mogen spelen. Is het niet als speler van AC Milan dan wel van de tegenpartij. Het blijft een bijzondere club voor mij", zo vertelde Silva aan Sky Italia.

Andriy Shevchenko - 43,9 miljoen euro (Chelsea, 2006/07)

Andriy Shevchenko was een tijdlang de duurste uitgaande speler aller tijden van AC Milan. De Oekraïner groeide bij AC Milan uit tot een van de beste afmakers ooit. Shevchenko kwam in 1999 voor 23,9 miljoen euro over van Dynamo Kiev en scoorde maar liefst 175 keer in 322 wedstrijden voor AC Milan. In de zomer van 2006 werd hij voor 43,9 miljoen euro verkocht aan Chelsea, maar in Engeland wist de aanvaller nooit zijn oude niveau te behalen. Hij werd in het seizoen 2008/09 nog uitgeleend aan AC Milan en vertrok vervolgens transfervrij naar Dinamo Kiev. Hier sloot de 111-voudig international zijn loopbaan af bij Dynamo Kiev.

Sandro Tonali - 64 miljoen euro + 6 miljoen euro (2023/24, Newcastle United)

Op jonge leeftijd brak Sandro Tonali door bij Brescia, waar hij ook uitgroeide tot international van Italië. In de zomer van 2020, slechts drie jaar na zijn officiële debuut, sloeg AC Milan toe. I Rossoneri betaalden eerst tien miljoen euro voor een huurperiode van één seizoen en vervolgens werd Tonali voor vijftien miljoen euro, exclusief tien miljoen euro aan bonussen, definitief overgenomen. De verdedigende middenvelder speelde, verdeeld over drie seizoenen, in totaal 130 wedstrijden voor AC Milan, waarmee hij in 2022 de landstitel won. In de zomer van 2023 werd hij voor 64 miljoen euro, exclusief 6 miljoen euro aan bonussen, verkocht aan Newcastle United.

Kaká - 67,0 miljoen euro (Real Madrid, 2009/10)

Kaká werd in de zomer van 2009 de duurste uitgaande speler aller tijden van AC Milan. De Braziliaan was de absolute smaakmaker in het team van AC Milan dat de Champions League won in 2007. Na 307 wedstrijden te hebben gespeeld voor i Rossoneri vertrok Kaká voor 67 miljoen euro naar Real Madrid. De Braziliaan zou uiteindelijk vier seizoenen voor Real Madrid uitkomen en keerde vervolgens transfervrij terug bij AC Milan. Na slechts één jaar vertrok Kaká naar de Verenigde Staten om bij Orlando City te gaan spelen. Hier sloot de Braziliaan in december 2017 zijn loopbaan af.