Van der Sar treedt naar buiten: ‘Ajax moet pas op de plaats maken’
Ajax zit in een overgangsfase en moet even pas op de plaats maken, zo benadrukt Edwin van der Sar. De algemeen directeur van de Amsterdamse club predikt rust en vertrouwen na een bijzonder woelige transferzomer en enkele teleurstellende resultaten in de eerste twee maanden van het seizoen. Dat leidde tot kritiek op de technische koers en trainer Alfred Schreuder. “Intern zijn we rustig, maar natuurlijk balen we hoe het gaat”, zegt Van der Sar in gesprek met Voetbal International. “Het is duidelijk dat we hoopten verder te zijn dan we nu zijn, en dat we er beter voor zouden staan in de Champions League.”
Volgens Van der Sar is iedereen verwend geraakt na enkele prachtige jaren. “Je hebt ambitie, dat wil je ook, maar tegen clubs met een begroting van achthonderd miljoen euro, die elk jaar de mindere spelers laten afvallen en betere spelers halen, is de uitdaging soms te groot”, erkent de sportbestuurder van Ajax. “Bij Nederlandse clubs gaan de betere spelers altijd weg, dus dan kom je weer in een proces van opbouwen terecht. En het jaar erop vaak opnieuw. Het is knap wat we hebben gedaan, en nu kom je weer in een periode waarin we weer zo’n ontwikkeling willen doormaken.”
Van der Sar wijst er ook op dat Ajax het niet getroffen heeft met de loting van de Champions League. De club zat zelf in Pot 1, maar kreeg desondanks de zwaarst mogelijke opponenten uit Pot 2 en Pot 3: Liverpool en Napoli. “Daarom hebben we ook steeds aangegeven pas na de loting en na de transferperiode onze Europese doelstelling uit te spreken. Dat is Europees overwinteren geworden. Natuurlijk doen we dat het allerliefste in de Champions League en die kans, hoe klein ook, is er nog altijd.” De situatie bij Ajax is ook totaal anders in vergelijking met de voorgaande jaren. De trainer zit er pas een paar maanden en een jaar geleden trok Ajax slechts drie spelers aan. “We hebben zeven basisspelers zien vertrekken en hebben ook een aantal jongens op de bank moeten vervangen. En moeten tien nieuwe spelers in de selectie inpassen. Daar zit een wezenlijk verschil in met de voorbije jaren.”
Ajax heeft dus tijd nodig, benadrukt Van der Sar. “De nieuwe spelers in de selectie moeten wennen, koppeltjes in de basiself moeten vorm krijgen. Dat we goede voetballers hebben, daar zijn we met zijn allen van overtuigd, alleen het moet nog een goed team gaan worden en samen gaan werken. Daar heb je tijd en vertrouwen voor nodig. Dat zullen we in de komende periode moeten gaan opbouwen.” Hij heeft er begrip voor dat fans die tijd niet hebben. “Dat supporters het gevoel hebben van: we hebben zoveel mooie dingen meegemaakt in de afgelopen jaren, dat willen we nu weer. Maar op dit moment moeten we even een pas op de plaats maken, terug naar de basis, en zorgen dat de resultaten weer goed zijn.”
De interesse van Manchester United in Antony zorgde ervoor dat Ajax afgelopen zomer op een kruispunt stond en er moest gekozen worden tussen het financiële gedeelte of het sportieve gedeelte. “Het liefst zeg je drie weken voor de deadline: de selectie is rond, niemand gaat meer weg, het is klaar. Maar tegelijkertijd is zoiets als Nederlandse club moeilijk te realiseren.” Het aanstellen van een technisch directeur lijkt de belangrijkste taak voor Ajax om rust en duidelijkheid te creëren in de voetbalorganisatie. Ook op dit gebied predikt Van der Sar rust. “Gerry Hamstra en Klaas-Jan Huntelaar zijn in februari samen begonnen, dat moet je ook zijn tijd geven, net als de ontwikkeling van het elftal. Dat we uiteindelijk richting één technisch directeur gaan, omdat die positie binnen een organisatie heel belangrijk is, dat is duidelijk.”
Van der Sar verwacht dat dit echter niet op korte termijn gebeurt. Wanneer dan wel? “Dat is nog niet te zeggen.” Scouts van Ajax zijn momenteel spelers in Argentinië en Brazilië aan het bekijken. Er moet gebouwd worden aan een nieuwe succesploeg. “Want daar doen we geen concessies aan: we blijven ambitieus en willen weer die stap gaan maken. Maar weten uit ervaring ook dat zoiets niet zomaar van de ene op de andere dag lukt.”