Eindhovens Dagblad laat licht schijnen op 'financieel wanbeleid' PSV

Imre Himmelbauer
Imre Himmelbauer
  • 21 aug. 2023 14:45 CEST
  • 3 min leestijd
Earnest Stewart, PSV
© ProShots

Rik Elfrink heeft namens het Eindhovens Dagblad een ander licht laten schijnen op het financiële beleid van PSV. De Eindhovenaren investeerden deze zomer flink en gaven meer dan dertig miljoen euro uit aan de komst van onder anderen Noa Lang, Jerdy Schouten en Ricardo Pepi. De notie dat PSV wanbeleid voert en enorme risico's neemt, wordt door Elfrink echter van tafel geveegd.

Vorige jaar moest PSV een grote uitgaande transfer doen om geen negatief eigen vermogen te schrijven en daarom drong de Raad van Commissarissen aan op een verkoop van Cody Gakpo. Toenmalig directeur voetbalzaken weigerde de aanvaller echter te verkopen, wat hem uiteindelijk de kop kostte. De situatie is nu anders, meent Elfrink. "Per 1 juli 2023 was de financiële situatie van PSV een stuk prettiger voor de club dan een jaar daarvoor. De oorlogskas was zelfs gevuld, vooral door de 85 miljoen euro uit de verkoop van Gakpo én Noni Madueke. Dat geld was niet allemaal ineens netto te besteden, maar beide spelers stonden voor heel beperkte bedragen op de balans. Daardoor was het netto-effect wèl enorm groot. PSV kon dus én de vermogenspositie versterken én investeren."

Artikel gaat verder onder de video

Door de twee grote uitgaande transfers was een eigen vermogen van boven de dertig miljoen euro ontstaan, waarvan meteen de transfers van Lang en Pepi gefinancierd konden worden. Ook de transfers van Sergiño Dest (huur) en Jerdy Schouten worden uit eigen middelen betaald, hoewel PSV zeker met de transfer van laatstgenoemde wel enig risico neemt. "Hij kost de club inclusief bonussen naar verluidt tussen de dertien en veertien miljoen euro en door de afschrijving van die som én zijn salaris kost hij de club per jaar dus ruim meer dan vier miljoen euro. De kans dat Schouten nog eens voor een enorm bedrag wordt verkocht, oogt op voorhand niet enorm groot. Tóch denkt de club hem nodig te hebben, juist om anderen (zoals Lang) te laten excelleren."

Om het risico te beperken, gaat PSV pas door met investeren als de club Ibrahim Sangaré verkoopt. Met dat geld kan onder meer zijn vervanger Aster Vranckx van VfL Wolfsburg worden gekocht. Hij moet twaalf miljoen euro kosten. Omdat de Ivoriaan nog voor tien miljoen euro op de balans staat, kan zijn transferopbrengst niet volledig geïnvesteerd worden. "Wel kan zijn transfer netto (na aftrek van kosten en belastingen) een effect tussen de 20 en 25 miljoen euro betekenen: geld wat weer uitgegeven mag worden aan Vranckx en eventueel Zeno Debast of Miles Robinson."

Door de relatief dure transfers is er echter ook weer 'flink in de bus geblazen'. In totaal ontstaat een jaarlijkse afschrijving van zo'n 25 miljoen euro, die ingelopen kan worden door uitgaande transfers of Champions League-voetbal. PSV mikt vooral op dat laatste, aangezien Nederland vanaf dit seizoen twee directe Champions League-plekken heeft. "Zeker voor een club als PSV neemt daarmee de kans op Champions League-voetbal in de groepsfase significant toe: de afgelopen drie jaar eindigde de club als tweede in de nationale competitie. Als die nieuwe regel toen al gold, had PSV dus gewoon drie keer pakweg 20 miljoen extra te besteden gehad. Met die wetenschap op zak zou de club wel gek zijn om nu niet binnen de geldende kaders scherp te investeren. Dat niet doen, zou je zelfs sportief wanbeleid mogen noemen."

Mis nooit meer de volgende grote transfer!

Ontvang de laatste transferinzichten en -analyses direct in je mailbox.