PSV reageert op kritiek na transfers van Lang, Schouten en Lozano

Willem Leijgraf

• Bijgewerkt: 9 nov. 2023 09:11 CET
• 3 min leestijd

PSV zorgde afgelopen zomer voor verbazing toen er fors werd geïnvesteerd in nieuwe spelers. Eerder moesten de Eindhovenaren noodgedwongen sterspelers verkopen om het hoofd boven water te houden, maar volgens financieel directeur Jaap van Baar is er niets gedaan wat onverantwoord is. PSV verwelkomde zeven nieuwe spelers, waar in totaal meer dan vijftig miljoen euro voor werd uitgegeven.

In Eindhoven toonde directeur voetbalzaken Earnest Stewart zich enorm slagvaardig afgelopen zomer. De daadkracht van PSV riep ook vragen op. Waar kwam al dat geld vandaan? Volgens Van Baar was dit onterecht. “Ik denk dat het niet goed duidelijk is dat wij afgelopen seizoen veel financiële ballast uit het verleden hebben opgelost”, vertelt de financieel directeur in een interview met Voetbal International.

Lees ook:

Transfer naar Engeland lonkt voor Devyne Rensch door contractperikelen

Rúben Amorim legde bijzonder verzoek neer bij Manchester United: 'Nu of nooit'

'Tekenen bij Ajax was een van mooiste dagen uit mijn leven, maar werd nachtmerrie'

“Maximiliano Romero, Bruma, Philipp Max en Timo Baumgartl zaten allemaal hoog in de afschrijving en waren geen onderdeel meer van de A-selectie. En we hebben geen directe vervangers gekocht voor Cody Gakpo en Noni Madueke”, legt Van Baar uit. In januari verkocht PSV de smaakmakers voor hoge transfersommen. Gakpo vertrok voor 42 miljoen, exclusief 14,5 miljoen euro aan bonussen, naar Liverpool en Chelsea legde 35 miljoen euro op tafel voor Madueke.

PSV hield diezelfde transferperiode het geld op zak om financiële problemen op te lossen en ging pas afgelopen zomer de transfermarkt op om vervangers voor Gakpo en Madueke aan te trekken. “Als wij in januari Noa Lang hadden gehaald, had niemand daarvan opgekeken. Haal je hem zes maanden later, na dertien miljoen winst, dan vraagt iedereen: ‘Waar betaal je dat van?’”, stelt Van Baar.

In Eindhoven keek men ook naar de financiële gevolgen als de club bijvoorbeeld op een lager niveau in Europa zou spelen. “Wat meewoog, is dat de Eredivisie een extra plaats krijgt waardoor het vooruitzicht op kwalificatie is verbeterd. Verder stijgen de komende jaren de UEFA-premies en de Nederlandse mediagelden”, aldus Van Baar. “Wij nemen een gecalculeerd risico. Ook gezien de stille reserves in onze selectie, denken wij dat onze uitgaven ook zonder Champions League te behappen zijn.”

“Het voelt nu heel goed waar we mee bezig zijn”, vervolgt hij. “Hadden we derde gestaan, dan had ik hetzelfde gevoeld. De omzet is groeiende, het operationele verlies is dit seizoen omgebogen dankzij de deelname aan de Champions League, de afschrijvingen zijn verlaagd en het eigen vermogen is stijgende. Dat is een geruststellende gedachte, want we zullen niet voor altijd blijven winnen. Het is niet zo dat we hier de polonaise lopen omdat we er financieel geweldig voorstaan, maar een onvoldoende is wel weer een voldoende geworden.”