Financieel bloedbad verwacht bij Ajax: ‘Dat zal de realiteit gaan zijn’
De broekriemen zijn aangetrokken bij Ajax. De Amsterdammers hebben de afgelopen jaren veel te veel uitgegeven, terwijl de sportieve prestaties achterbleven. Hierdoor moet de club de komende jaren flink gaan bezuinigen, werd afgelopen weekend duidelijk uit een stuk van het NRC. Mike Verweij doet er maandag in Kick-Off van De Telegraaf een schepje bovenop en sluit een ‘financieel bloedbad’ niet uit.
“Dat is in de directie wel een puntje van zorg”, zegt Verweij over de financiële situatie van de club. “Heel veel mensen lijken niet door te hebben hoe slecht de financiële situatie van Ajax is. Als zij niet de transferresultaten hadden, die zij presenteerden afgelopen half jaar, dan had het verlies misschien wel kunnen oplopen tot vijftig, zestig of misschien wel zeventig miljoen. Komend jaar wordt ook een financieel bloedbad verwacht. Dus daar moet de broekriem worden aangetrokken.”
Bij de aanstelling van Alex Kroes als algemeen directeur in 2023 was er al sprake van dat er tachtig fulltimers zouden moeten vertrekken bij Ajax. “Ik denk dat het gewoon de realiteit zal zijn”, gaat Verweij verder. De honderd voltijdsbanen die in de afgelopen vijf jaar werden toegevoegd, reflecteren een periode waarin zowel op het veld als daarbuiten alles leek te lukken. Echter, nu Ajax te maken heeft met minder inkomsten door tegenvallende resultaten en een afwezigheid in de lucratieve Champions League, wordt deze uitbreiding niet langer houdbaar geacht.
Lees ook: Dit moet de shortlist van Alex Kroes zijn bij vertrek van Kenneth Taylor
In de afgelopen vijf jaar kwamen er honderd voltijdsbanen bij, waardoor dit nu op 474 ligt, ingevuld door zo’n vijfhonderd mensen. Het doel is om terug te keren naar een compactere organisatie met 300 tot 350 voltijdsbanen. De reorganisatie raakt niet alleen het administratieve en ondersteunende personeel, maar ook afdelingen die direct bijdragen aan het sportieve succes, zoals de jeugdopleiding en de scouting.
Ajax benadrukt dat de bezuinigingen geen bedreiging vormen voor de overlevingskansen van de club, zelfs niet in het ongunstige scenario waarin Europees voetbal structureel uitblijft. Dit biedt enige geruststelling, maar roept ook vragen op over de lange termijn: hoe wil de club zich positioneren in een steeds competitiever voetballandschap waarin financiële middelen en efficiëntie cruciaal zijn? Een krimpende organisatie kan tegelijkertijd focus en wendbaarheid bieden, maar ook beperkingen opleggen aan de ambities van de club.