- 13 uur geleden
Laat op de avond toch nog nieuws over transfer van Noah Ohio naar PSV
Noah Ohio maakt geen transfer naar PSV. Op Deadline Day leek een transfer naar Eindhoven nog in de maak, maar uiteindelijk ketste de deal af. Hierdoor blijft de 21-jarige spits bij FC Utrecht. De club uit Eindhoven was op zoek naar een vervanger voor de geblesseerde Ricardo Pepi, maar vond uiteindelijk geen overeenstemming over Ohio. De Amerikaan raakte zaterdagavond geblesseerd aan zijn knie tijdens het duel met NEC (3-3).
De afgebroken transfer kwam niet geheel als een verrassing voor FC Utrecht-trainer Ron Jans. Na de bekeruitschakeling tegen Heracles Almelo sprak hij al zijn vermoeden uit dat Ohio bij Utrecht zou blijven. "Of we hem definitief kwijt zijn? Wat ik heb gehoord, blijft hij bij ons, maar soms veranderen dingen voor 0.00 uur nog wel", zei Jans destijds. Zijn woorden bleken uiteindelijk te kloppen: Ohio blijft in de Domstad.
Jans gaf bovendien aan tevreden te zijn met de beslissing. "Of ik er blij mee zou zijn als hij blijft? Ja. Ik ben gek met Noah. Hij heeft tijd nodig om zich door te ontwikkelen. Die blessure komt gewoon heel slecht uit. We willen hem bij ons houden, maar PSV - als het wel doorgaat - is voor zijn ontwikkeling ook wel goed, alleen willen wij dan wel het recht houden om hem dan na zo'n halfjaar ook weer bij Utrecht te laten aansluiten," legde de trainer uit.
Ohio kwam pas in beeld bij PSV nadat bleek dat de transfer van Loum Tchaouna van Lazio niet haalbaar was. De club hoopte met Ohio een tijdelijke oplossing te vinden in de voorhoede, maar door de mislukte transfer moet PSV de zoektocht staken. Hoe lang Pepi uit de roulatie ligt, is nog niet bekend, maar voorlopig zal hij niet terugkeren. Ohio is op zijn beurt al anderhalve maand niet inzetbaar geweest bij FC Utrecht, maar zit dicht tegen een rentree aan.
Ohio kwam afgelopen zomer voor een miljoen euro over van Standard Luik, maar wist in de Domstad nog geen onuitwisbare indruk achter te laten. Inmiddels is hij derde in de pikorde achter Sébastien Haller en David Min.