-
Transfernieuws LIVE
- 22 uur geleden
Voormalig spits van Feyenoord hoopt op een terugkeer
Milan Keskin
- 9 apr. 2025 11:15 CEST
- 5 min leestijd
Terugkeer van Feyenoord-spits
Hij was ooit hét grote talent in de spits bij Feyenoord, maar inmiddels is Mitchell Te Vrede alweer 33 jaar. De aanvaller zit zonder club sinds zijn vertrek uit het Midden-Oosten, maar van stoppen is absoluut geen sprake. “Als je me nodig hebt, ben ik er nog wel, dat zeker.”
In 2011 meldde Te Vrede zich bij Excelsior, waar hij zijn eerste minuten in het profvoetbal maakte. Zijn potentieel bleef niet onopgemerkt, want al snel stond Feyenoord op de stoep. In de beloftenploeg liet hij zich direct gelden met 37 doelpunten in 44 wedstrijden. Het leverde hem een kans in het eerste elftal op, waar hij uiteindelijk 15 keer scoorde in 44 optredens. Toch wist hij in De Kuip nooit helemaal door te breken.
Zijn loopbaan voerde hem langs sc Heerenveen, Boluspor in Turkije en NAC Breda, voordat hij de overstap maakte naar het Midden-Oosten. In onder meer Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten verdiende hij goed en bleef hij relatief onder de radar. Sinds vorige zomer zit hij zonder club en is hij teruggekeerd naar Nederland, waar hij zich volledig richt op een comeback in de Eredivisie.
Lees ook: Feyenoord afgetroefd door PSV in strijd om terugkeer van mandekker
“Ik ben teruggekomen naar Nederland om bij mijn kinderen te zijn”, legt Te Vrede uit in Pinchhitters de Podcast. “Dan valt de buitenlandse markt weg. Ik weet gewoon dat ik nog meekan in de Nederlandse competitie. Als ik sommige wedstrijden zie, denk ik wel dat ik nog van waarde kan zijn. Ik kan echt nog doelpunten maken in de Eredivisie, of achter de spits spelen. Als je me nodig hebt, ben ik er nog wel, dat zeker.”
Hoewel de jaren verstrijken, is de overtuiging in zijn eigen kunnen onverminderd groot. En Te Vrede weet inmiddels ook beter hoe hij zijn lichaam moet inzetten. “Nu ben je gewoon een man. Ik vergelijk het altijd met Graziano Pellè, hoe hij terugkwam toentertijd van AZ. Je leert hoe je je lichaam moet gebruiken, je wordt sterker en leert je krachten kennen. Aan de andere kant weet je ook wat je niet kan, daar zit je als jonge jongen wel eens mee in de knoop. Als fysiek aanspeelpunt zou ik echt nog wel meekunnen.”
