- 5 uur geleden
De duurste centrale verdedigers aller tijden
Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. Dat geldt ook voor centrale verdedigers. Centrale verdedigers zorgen voor stabiliteit en vaak verzorgen zij ook de opbouw van achteruit. Centrale mandekkers vervullen een sleutelrol en daarom zijn clubs bereid flink voor ze te betalen. Dit zijn de tien duurste centrale verdedigers ooit.
Lisandro Martínez - 57,37 miljoen euro + 10 miljoen euro (van Ajax naar Manchester United, 2022/23)
Een bedrag van minimaal 57,37 miljoen euro, exclusief 10 miljoen euro aan bonussen, zorgde ervoor dat Lisandro Martínez en Erik ten Hag in de zomer van 2022 herenigd werden bij Manchester United. De twee werkten succesvol met elkaar samen bij Ajax en wonnen samen onder meer twee landstitels. De Argentijnse stopper kwam in juli 2019 voor zeven miljoen euro over van Defensa y Justicia.
Ben White - 58,5 miljoen euro (van Brighton & Hove Albion naar Arsenal, 2021/22)
Vrijwel de hele wereld verklaarde Arsenal voor gek toen de club in de zomer van 2021 58,5 miljoen euro betaalde voor Ben White. Niemand twijfelde aan de kwaliteiten van White, maar een enorm miljoenenbedrag voor een speler van Brighton & Hove Albion werd bestempeld als gekkenwerk. White werd in zijn laatste seizoen bij Brighton & Hove Albion uitgeroepen tot speler van het jaar bij de club en was op dat moment de duurste uitgaande speler aller tijden van the Seagulls.
Aymeric Laporte - 65 miljoen euro (van Athletic Club naar Manchester City, 2017/18)
Aymeric Laporte stond bij Athletic Club al lange tijd bekend als een topverdediger, maar de Franse international had nog niet de overstap gemaakt naar een absolute topclub. Dat veranderde op 30 januari 2018. Manchester City was op zoek naar defensieve versterking en besloot de ontsnappingsclausule in het contract van Laporte te activeren. De mandekker kwam voor 65 miljoen euro over van Athletic Club, destijds een record voor de Baskische club. Laporte trok uiteindelijk na vijf seizoenen de deur bij Manchester City achter zich dicht en werd voor 27,5 miljoen euro verkocht aan het Saoedische Al-Nassr.
Rúben Dias - 68 miljoen euro + 3,6 miljoen euro (Van Benfica naar Manchester City, 2020/21)
Rúben Dias liet bij Benfica zien over veel kwaliteit te beschikken. De verdediger groeide bij de club uit Lissabon uit tot Portugees international en bleek ook een neusje voor de goal te hebben. Zodoende had de mandekker zich in de kijker gespeeld bij Manchester City. Op 29 september 2020 kwamen Benfica en the Citizens tot een akkoord over de transfersom. Manchester City betaalde 68 miljoen euro plus 3,6 miljoen euro aan variabele bonussen voor de stopper.
Matthijs de Ligt - 75 miljoen euro (van Ajax naar Juventus, 2019/20)
Ajax ondervond in de zomer van 2019 de gevolgen van een zeer succesvol seizoen, waarin de dubbel werd gewonnen en de finale van de Champions League op een haar na werd gemist. Matthijs de Ligt was een van de sterkhouders van de Amsterdamse club en werd door Juventus uiteindelijk overgenomen voor een bedrag van 75 miljoen euro, exclusief een commissie van 10,5 miljoen euro voor wijlen zaakwaarnemer Mino Raiola. De verdediger speelde drie seizoenen voor Juventus, alvorens hij voor minimaal 67 miljoen euro naar Bayern München vertrok.
Lucas Hernández - 80 miljoen euro (van Atlético Madrid naar Bayern München, 2019/20)
Op jonge leeftijd groeide Lucas Hernandéz al uit tot een belangrijke speler van Atlético Madrid. De Fransman maakte op achttienjarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal van de Madrilenen en werd als snel een gewaardeerde kracht. Ook Bayern München zag de ontwikkeling van de verdediger en der Rekordmeister besloot in de zomer van 2019 om tachtig miljoen euro uit te geven voor de diensten van Hernandéz. Uiteindelijk speelde de Frans international 110 wedstrijden voor de club uit de Spaanse hoofdstad voordat hij de duurste speler ooit werd voor Bayern op dat moment. Vier jaar na zijn megatransfer werd Hernández door de Duitse topclub voor 45 miljoen euro verkocht aan Paris Saint-Germain.
Wesley Fofana - 82 miljoen euro + 5 miljoen euro (van Leicester City naar Chelsea, 2022)
Chelsea en Leicester City maakten op 31 augustus 2022 de transfer van Wesley Fofana bekend. De verdediger uit Frankrijk maakte voor een bedrag van 82 miljoen euro, exclusief 5 miljoen euro aan bonussen, de overstap naar Stamford Bridge. Voor Leicester was Fofana op dat moment de duurste uitgaande transfer ooit in de geschiedenis van de club. Twee jaar voor de overstap naar Chelsea werd de centrale verdediger door Leicester overgenomen van Saint-Étienne, dat 35 miljoen euro ontving.
Virgil van Dijk - 84,7 miljoen euro (van Southampton naar Liverpool, 2017)
Virgil van Dijk kende een lange weg naar de Europese top en kwam via FC Groningen en Celtic uiteindelijk in de Premier League bij Southampton terecht. De centrale verdediger gooide hoge ogen in Engeland en op 27 december 2017 kondigde Liverpool aan dat hij op 1 januari 2018 zou verkassen naar Anfield. The Reds maakten Van Dijk op dat moment de duurste verdediger aller tijden door liefst 84,7 miljoen euro te betalen aan Southampton.
Harry Maguire - 87 miljoen euro (van Leicester City naar Manchester United, 2019)
Achttien maanden na de recordtransfer van Virgil van Dijk van Southampton naar Liverpool groeide Harry Maguire uit tot de duurste verdediger ooit op dat moment in de voetbalgeschiedenis. De Engels international maakte zijn debuut in het betaald voetbal bij Sheffield United, waar hij 134 keer voor in actie kwam. Na bij Hull City te hebben gespeeld, kwam Maguire in 2017 bij Leicester City terecht. The Foxes wonnen het seizoen daarvoor de Premier League en ook met Maguire in de gelederen bleef Leicester City uitstekend presteren in de competitie. Na slechts twee seizoenen maakte Manchester United 87 miljoen euro over.
Josko Gvardiol - 90 miljoen euro (van RB Leipzig naar Manchester City, 2023/24)
Op achtjarige leeftijd, in de zomer van 2010, voegde Josko Gvardiol zich bij de jeugdopleiding van Dinamo Zagreb, waar hij uiteindelijk doorbrak. Na slechts een seizoen als vaste waarde voor Dinamo Zagreb sloeg RB Leipzig toe. De Duitse topclub betaalde in juli 2021 negentien miljoen euro voor de centrale verdediger, maar de Kroaten bedongen een flink doorverkooppercentage. Uiteindelijk speelde Gvardiol zich na twee seizoenen in de kijker van de Europese top en uiteindelijk was het Manchester City dat de stopper voor negentig miljoen euro overnam van Leipzig. Gvardiol werd op dat moment de duurste centrale verdediger aller tijden.