- 12 uur geleden
De tien duurste aankopen aller tijden van Manchester City
Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. In het verhandelen van spelers gaat ontzettend veel geld om en clubs zijn vaak bereid flink te investeren in de selectie en proberen hun spelers ook voor een zo hoog mogelijk bedrag van de hand te doen. Ook Manchester City heeft over de jaren heen een aantal enorme transfers bewerkstelligd en flink geld uitgegeven op de transfermarkt. Dit zijn de tien duurste inkomende transfers van Manchester City aller tijden.
Erling Braut Haaland – 60 miljoen euro (Borussia Dortmund, 2022/23)
Erling Braut Haaland maakte behoorlijk naam voor zichzelf bij Red Bull Salzburg en Borussia Dortmund. In Oostenrijk maakte hij in 27 wedstrijden 29 goals, terwijl de spits bij die Schwarzgelben 86 keer trefzeker was in 89 wedstrijden. Een transfer was dan ook onvermijdelijk en op 10 mei 2022 maakte Borussia Dortmund bekend dat Haaland aan het eind van het seizoen naar Manchester City zou verhuizen. De bankrekening van de Duitse topclub werd met zestig miljoen euro gespekt.
Raheem Sterling – 61,3 miljoen euro + 7 miljoen euro (Liverpool, 2015/16)
Raheem Sterling maakte zich in zijn drie jaar in de hoofdmacht van Liverpool geliefd bij de fans. De Engelsman was een belangrijk onderdeel van het elftal van the Reds en wist in 129 wedstrijden 23 keer te scoren en 25 assists af te leveren. Na een openlijk dispuut over zijn contract, waarbij Sterling onder meer zonder toestemming een interview aan de BBC gaf, werd het vertrek van de aanvaller echter onvermijdelijk. Op 12 juli 2015 besloot Manchester City toe te happen. De club uit Manchester maakte 61,3 miljoen euro over voor de vleugelspeler, een bedrag dat met bonussen nog met 7 miljoen euro kon oplopen. Na zeven seizoenen in het shirt van the Citizens verkaste Sterling voor 56,2 miljoen euro naar Chelsea.
Matheus Nunes - 62,0 miljoen euro (Wolverhampton Wanderers, 2023/24)
Manchester City verzekerde zich vlak voor het sluiten van de transfermarkt in de zomer van 2023 met de diensten van Matheus Nunes. De middenvelder kwam voor 62 miljoen euro over van Wolverhampton Wanderers en tekende een contract tot medio 2028 bij the Citizens. De Portugees brak door in het betaald voetbal bij het Portugese Ericeirense en verkaste vervolgens in de zomer van 2018 naar Estoril. Een half jaar later pikte Sporting Portugal hem op voor 950.000 euro. Na eerst in het beloftenteam te hebben gespeeld, speelde Nunes van 2020 tot 2022 in het eerste elftal. In de zomer van 2022 werd hij voor 45 miljoen euro verkocht aan Wolverhampton, waar hij in totaal 41 officiële duels speelde.
Aymeric Laporte – 65 miljoen euro (Athletic Club, 2017/18)
Aymeric Laporte stond bij Athletic Club al lange tijd bekend als een topverdediger, maar de Franse international had nog niet de overstap gemaakt naar een absolute topclub. Dat veranderde op 30 januari 2018. Manchester City was op zoek naar defensieve versterking en besloot de ontsnappingsclausule in het contract van Laporte te activeren. De mandekker kwam voor 65 miljoen euro over van de Athletic Club, destijds een record voor de Baskische club. In de zomer van 2023 verkocht Manchester City Laporte, na zes seizoenen, voor 27,5 miljoen euro aan het Saoedische Al-Nassr.
Riyad Mahrez – 67,8 miljoen euro (Leicester City, 2018/19)
Tijdens het indrukwekkende kampioensjaar van Leicester City in 2015/16 was Riyad Mahrez de revelatie van het seizoen. Mahrez was destijds nog een relatief onbekende voetballer, maar bij Leicester wist hij te imponeren. De Algerijn liet blijken dat hij geen eendagsvlieg was en toonde ook na dat seizoen zijn kwaliteit bij Leicester. Uiteindelijk had Manchester City genoeg gezien en besloot de club op 10 juli 2018 de portemonnee te trekken voor Mahrez. De international werd voor 67,8 miljoen euro overgenomen en werd daarmee destijds de duurste Afrikaanse voetballer aller tijden. Manchester City nam in de zomer van 2023 na vijf seizoenen afscheid van Mahrez, die voor 35 miljoen euro werd verkocht aan het Saoedische Al-Ahli.
Rodri – 70 miljoen euro (Atlético Madrid, 2019/20)
Op 24 mei 2018 werd bekend dat Rodri weer zou terugkeren naar Atlético Madrid, de club waar hij ook al twee jaar in de jeugd had gespeeld. De Madrilenen betaalden twintig miljoen euro plus vijf miljoen euro aan bonussen voor de Spanjaard. Lang duurde dat verblijf echter niet. Rodri maakte meteen indruk bij Atléti en daarom besloot Manchester City op 3 juli 2019 de ontsnappingsclausule à zeventig miljoen euro in zijn contract te activeren. De verdedigende middenvelder zag de overstap ook zitten en tekende een vijfjarig contract in het Etihad Stadium.
Rúben Dias – 71,6 miljoen euro (Benfica, 2020/21)
Rúben Dias liet bij Benfica zien over veel kwaliteit te beschikken. De verdediger groeide bij de club uit Lissabon uit tot Portugees international en bleek ook een neusje voor de goal te hebben, met liefst 12 goals in 137 wedstrijden. Zodoende had de mandekker zich in de kijker gespeeld bij Manchester City. Op 29 september 2020 kwamen Benfica en de club uit Manchester tot een vergelijk. City betaalde 68 miljoen euro plus 3,6 miljoen euro aan variabele bonussen voor de international.
Kevin De Bruyne – 75 miljoen euro (VfL Wolfsburg, 2015/16)
Het verhaal van Kevin De Bruyne is vrij bekend. De spelmaker zette zijn eerste stappen in het professionele voetbal voor KRC Genk, om vervolgens op jonge leeftijd de overstap naar Chelsea te maken. Bij Chelsea kwam de Belg echter niet aan de bak waarna hij, na een verhuurperiode bij Werder Bremen, op 18 januari 2014 voor 22 miljoen euro de overstap naar VfL Wolfsburg maakte. Bij Wolfsburg maakte De Bruyne enorm veel indruk. In 73 wedstrijden voor de Duitsers was de middenvelder goed voor 20 doelpunten en 37 assists. Manchester City besloot daarom op 30 augustus 2015 om de spelverdeler van Wolfsburg over te nemen. The Citizens betaalden liefst 75 miljoen euro voor de creatieveling.
Josko Gvardiol - 90,0 miljoen euro (RB Leipzig, 2023/24)
Tijdens de transferzomer van 2023 zat Manchester City niet stil. Op 5 augustus bevestigde de Engelse topclub de komst van Josko Gvardiol. De centrale verdediger kwam voor negentig miljoen euro over van RB Leipzig en werd op dat moment de duurste Kroatische voetballer ooit. Eerder had Mateo Kovacic met zijn transfer van 45 miljoen euro naar Chelsea het record in handen. Daarnaast werd Gvardiol op dat moment ook de duurste uitgaande transfer van Leipzig ooit. Eerder brak Dominik Szoboszlai in de zomer van 2023 al het record met zijn transfer naar Liverpool voor zeventig miljoen euro. Daarvoor was het record in handen van Naby Keita, die in de zomer van 2018 voor zestig miljoen euro de overstap maakte naar Liverpool. Dit record werd in de zomer van 2023 al geëvenaard door Christopher Nkunku, die eveneens voor zestig miljoen euro. De aanvaller werd verkocht aan Chelsea.
Jack Grealish – 117,5 miljoen euro (Aston Villa, 2021/22)
Jack Grealish speelde liefst tien seizoenen bij Aston Villa en werd steeds bepalender voor de club uit Birmingham. Zeker in zijn laatste seizoen, waarin hij in 27 wedstrijden 7 keer scoorde en 12 doelpunten voorbereidde, was de Engelse Ier van onschatbare waarde voor the Lions. Na 213 wedstrijden voor de club, waarin hij goed was voor 32 goals en 43 assists, werd op 5 augustus 2021 bekend dat Grealish zou overstappen naar Manchester City. De Engelse international kostte liefst 117,5 miljoen euro en werd daarmee destijds de duurste inkomende transfer van Manchester City aller tijden.