Superscout waarschuwt Oranje voor Qatar: ‘Die jongen kan alles met een bal’

Daniel Cabot Kerkdijk

• Bijgewerkt: 26 sep. 2022 10:50 CEST
• 3 min leestijd

Oranje

Het Nederlands elftal speelde zondagavond tegen België (1-0) zijn laatste interland voorafgaand aan het WK in Qatar. De ploeg van bondscoach Louis van Gaal werkt op 21 november tegen Senegal zijn eerste groepswedstrijd af op het mondiale toernooi. Vier dagen later wacht een ontmoeting met Ecuador en op 29 november speelt Oranje tegen gastland Qatar. Ofschoon Nederland op papier geluk lijkt te hebben gehad met de groepsgenoten, waakt Piet de Visser voor onderschatting.

De Visser, 88 jaar alweer, kan worden gezien als de opperscout van het Nederlandse voetbal, de man die voormalig Chelsea-eigenaar Roman Abramovich jarenlang tipte over tal van interessante voetballers. “Op papier is Oranje de sterkste van alle vier de ploegen, maar het zijn beslist geen eitjes die 'we' gaan treffen”, zo waarschuwt De Visser maandag in het Algemeen Dagblad. Senegal won zaterdag met 2-0 van Bolivia en speelt dinsdag nog een oefeninterland tegen Iran. Op 21 november staat het Afrikaanse land vervolgens met spelers als Sadio Mané, Kalidou Koulibaly en Édouard Mendy tegenover Oranje.

“Senegal is een land met heel veel power, heel veel kracht. Een land, kortom, waar elke tegenstander het lastig mee kan hebben. Hoewel Nederland normaal gesproken sterker is, kan Senegal ook zomaar eens één van de verrassingen worden op het WK”, voorspelt De Visser. “Op voorwaarde dat het rustig blijft in de selectie. Dat wil vooral tijdens toernooien buiten Afrika nog weleens een probleem zijn. Er is dan vaak gedoe over geld en premies.”

Qatar werkt een moeizame voorbereiding af richting het WK. Het gastland verloor vorige week met 0-3 van de Onder-23 van Kroatië en vrijdag was Canada, dat ook aan het WK deelneemt, met 0-2 te sterk. Toch wil dat volgens De Visser niet alles zeggen. “Ik heb Qatar nog niet zo lang geleden in Zuid-Amerika zien voetballen. Ik was toen vooral erg onder de indruk van de spits, Almoez Ali. Die jongen kan echt alles met een bal. Dat zul je op het WK wel gaan zien. En ook verdedigend zit dat land behoorlijk in elkaar.”

Ali, 26 jaar, speelde als tiener nog in België voor KAS Eupen. In de zomer van 2015 maakte de aanvaller, een geboren Soedanees, de overstap naar LASK Linz, maar daar bleef hij maar een half jaar. Dat was ook de duur van zijn verblijf bij het Spaanse Cultural Leonesa. Sinds 2016 speelt hij voor Al Duhail én is hij Qatarees international. Met 39 doelpunten in 74 A-interlands is hij zonder meer een belangrijke pilaar voor bondscoach Félix Sánchez.

Ecuador kwam afgelopen vrijdag niet verder dan een doelpuntloos gelijkspel tegen Saudi-Arabië en oefent dinsdag nog tegen Japan. “Die ploeg is drastisch verjongd, ook met veel spelers die in Europa voetballen”, weet De Visser. “Maar ondanks de goede mentaliteit die dat land kenmerkt, is Nederland normaal gesproken veel beter.” Enner Valencia (Fenerbahce), Moises Caicedo, Pervis Estupiñán (beiden Brighton & Hove Albion) en Carlos Gruezo (FC Augsburg) zijn de belangrijkste spelers van de Zuid-Amerikanen.