Dit zijn de tien duurste Spaanse voetballers in de geschiedenis

Milan Keskin

• Bijgewerkt: 22 feb. 2024 18:18 CET
• 6 min leestijd

Top tien

Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. Dat geldt ook voor spelers uit Spanje, die succesvol zijn geweest in een aantal Europese topcompetities. Dit zijn de tien duurste Spaanse voetballers ooit.

Juan Mata – 44,73 miljoen euro (Van Chelsea naar Manchester United, 2013/14)

Juan Mata was jarenlang een gewaardeerde kracht bij Chelsea. Sinds de Spanjaard in 2011 voor 26,7 miljoen euro was overgekomen van Valencia, maakte hij veel indruk bij de Londenaren. De middenvelder werd zelfs twee keer achter elkaar benoemd tot speler van het jaar door de supporters van Chelsea. Toch belandde Mata tijdens het 2013/14 seizoen op de bank. Toenmalig Chelsea-trainer José Mourinho stelde liever Oscar op als aanvallende middenvelder. Hierop zag men bij Manchester United hun kans schoon en werd er 44,73 miljoen euro betaald om Mata in januari 2014 in te lijven. In Manchester zou Mata uiteindelijk 285 wedstrijden spelen, waarin hij 51 keer scoorde en 47 assists afleverde. Tijdens zijn laatste paar seizoenen bij de club speelde de Spanjaard echter nauwelijks, waardoor hij in 2022 transfervrij vertrok naar Galatasaray.

Gaizka Mendieta – 48 miljoen euro (Van Valencia naar Lazio Roma, 2001/02)

Gaizka Mendieta maakte tussen 1992 en 2001 furore bij Valencia en wist hij de club in 2000 en 2001 naar de finale van de Champions League te leiden. Deze finales gingen echter allebei verloren, waarna Mendieta in de zomer van 2001 voor 48 miljoen euro de overstap naar Lazio Roma maakte. In Rome moest Mendieta de vertrokken Pavel Nedved (Juventus) en Juan Sebastián Véron (Manchester United) doen vergeten. De Spanjaard kon bij Lazio echter niet aan de hoge verwachtingen voldoen. In 2004 vertrok Mendieta transfervrij naar Middlesbrough, waar hij in 2008 zijn carrière zou afsluiten.

Ferran Torres – 55 miljoen euro (Van Manchester City naar Barcelona, 2021/22)

Ferran Torres was de eerste aanwinst van trainer Xavi bij Barcelona. De aanvaller kwam op 28 december 2021 voor 55 miljoen euro over van Manchester City en kreeg in Spanje een ontsnappingsclausule van maar liefst 1 miljard euro. De jeugdexponent van Valencia tekende een contract voor vijf seizoenen bij Barcelona en hoopte in Spanje zijn carrière weer nieuw leven in te blazen. Torres speelde slechts achttien maanden voor Manchester City. De Spanjaard kwam in de zomer van 2020 over van Valencia voor een bedrag van 33 miljoen euro.

Fernando Torres – 58,5 miljoen euro (Van Liverpool naar Chelsea, 2010/11)

Na een uiterst succesvolle periode bij Liverpool, kaapte Chelsea op 27 januari 2011 Fernando Torres voor 58,5 miljoen euro weg bij the Reds. Chelsea was al gewaarschuwd door de blessuregevoeligheid van Torres en het feit dat de Spanjaard tijdens het seizoen 2010/11 minder goed leek te spelen. Toch besloten de Londenaren het transferrecord van de club te verpulveren en Torres binnen te halen. Uiteindelijk wist de aanvaller niet te slagen bij Chelsea. Zo kostte het El Niño ongeveer duizend speelminuten om zijn eerste officiële doelpunt voor Chelsea te maken. Torres was tot zijn vertrek naar AC Milan goed voor 45 doelpunten en 35 assists in 175 wedstrijden voor the Blues.

Diego Costa – 60 miljoen euro (Van Chelsea naar Atlético Madrid, 2017/18)

Waar Fernando Torres zijn enorme transfersom bij Chelsea niet wist waar te maken, deed Diego Costa dit wel. De Spaanse Braziliaan kwam in 2014 voor 38 miljoen euro over van Atlético Madrid en was gelijk een succes. In Londen wist Costa 59 keer te scoren in 120 wedstrijden. Ook won de spits twee keer de Premier League met Chelsea. Toch liet Chelsea-manager Antonio Conte in 2017 aan Costa weten dat hij niet meer hoefde te rekenen op speeltijd bij the Blues. De spits wilde vervolgens alleen maar terugkeren naar Atlético Madrid wat echter werd bemoeilijkt door de hoge transfersom die Chelsea voor hem vroeg. Uiteindelijk kwam het toch tot een transfer. Costa keerde voor zestig miljoen euro terug naar Madrid.

Aymeric Laporte – 65 miljoen euro (Van Athletic Club naar Manchester City, 2017/18)

Aymeric Laporte stond bij Athletic Club al lange tijd bekend als een topverdediger, maar de mandekker had nog niet de overstap gemaakt naar een absolute topclub. Dat veranderde op 30 januari 2018. Manchester City was op zoek naar defensieve versterking en besloot de ontsnappingsclausule in het contract van Laporte te activeren. De mandekker kwam voor 65 miljoen euro over van Athletic Club, destijds een record voor de Baskische club.

Marc Cucurella – 65,3 miljoen euro (Van Brighton & Hove Albion naar Chelsea, 2022/23)

Chelsea betaalde in de zomer van 2022 een bedrag van 65,3 miljoen euro voor de komst van Marc Cucurella. Daarmee was Chelsea onder meer Manchester City te slim af. De Spaanse linksback was al lange tijd in gesprek met the Citizens, maar Chelsea toonde zich daadkrachtiger en legde een bedrag op tafel wat Cucurella’s toenmalige werkgever, Brighton & Hove Albion, niet kon weigeren. De transfer van Cucurella was voor Brighton & Hove Albion de duurste uitgaande transfer aller tijden op dat moment.

2. Álvaro Morata – 66 miljoen euro (Van Real Madrid naar Chelsea, 2017/18)

Álvaro Morata kwam op 19 juli 2017 voor 66 miljoen euro over van Real Madrid. Morata was daarmee de duurste aankoop ooit van Chelsea op dat moment. Morata maakte indruk tijdens zijn uitleenperiode bij Juventus. Dit verleidde Abramovich ertoe om zijn portemonnee te trekken en een enorme som geld over te maken naar Real Madrid. Bij zijn Premier League-debuut wist de spits gelijk te scoren en leverde hij ook nog een assist. Uiteindelijk ging het echter bergafwaarts met Morata. In zijn eerste seizoen kwam de Spanjaard nog tot vijftien doelpunten in dertig wedstrijden, maar het seizoen erna scoorde Morata slechts vijf keer in de competitie. Morata keerde in 2020 uiteindelijk voor dertig miljoen euro terug naar Atlético Madrid.

Rodri – 70,0 miljoen euro (Van Atlético Madrid naar Manchester City, 2019/20)

Op 24 mei 2018 werd bekend dat Rodri weer zou terugkeren naar Atlético Madrid, de club waar hij ook al twee jaar in de jeugd had gespeeld. De Madrilenen betaalden Villarreal twintig miljoen euro plus vijf miljoen euro aan bonussen voor de Spanjaard. Lang duurde dat verblijf echter niet. Rodri maakte meteen indruk bij Atlético en daarom besloot Manchester City op 3 juli 2019 de ontsnappingsclausule à zeventig miljoen euro in zijn contract te activeren. De verdedigende middenvelder zag de overstap ook zitten en tekende een vijfjarig contract in het Etihad Stadium.

Kepa Arrizabalaga – 80 miljoen euro (Van Athletic Club naar Chelsea, 2018/19)

Kepa Arrizabalaga werd gezien als een van de grootste keeperstalenten van Europa en om die reden betaalde Chelsea op 8 augustus 2018 een bedrag van tachtig miljoen euro aan Athletic Club voor de jonge doelman. Arrizabalaga werd door deze transfer de duurste doelman ooit op dat moment en ook direct de duurste Spanjaard aller tijden op dat moment. De sluitpost moest Thibaut Courtois, die op zijn beurt naar Real Madrid was vertrokken die zomer, opvolgen.