Van Marwijk legt duidelijk verschil uit tussen WK 2010 en nu

Brian Wijker

• Bijgewerkt: 19 nov. 2022 15:40 CET
• 2 min leestijd

Bert van Marwijk greep met het Nederlands Elftal in 2010 nét naast de wereldtitel. De oud-trainer van Feyenoord en Borussia Dortmund vindt wel dat er een groot verschil is met dat toernooi en de situatie waar Louis van Gaal nu mee moet dealen.

'Dat heeft alles te maken met de afwijkende periode waarin dit toernooi wordt gespeeld en het totale gebrek aan voorbereiding', begint Van Marwijk zijn column in De Telegraaf. 'In het verleden was het altijd al een puzzel om de spelers op hetzelfde fysieke niveau te krijgen, omdat iedere speler anders binnenkwam. De een had een lang seizoen achter de rug met daar bovenop internationale topwedstrijden, en voegde zich dus op het laatste moment bij de groep. De ander was al een tijd klaar met de competitie en had wekenlang geen wedstrijd meer gespeeld.'

'Dan had je ook nog de blessuregevallen en de spelers die bij hun club op de bank zaten en dus geen enkel ritme hadden', vervolgt Van Marwijk. 'Dat betekende dat je gedwongen was allemaal individuele programma's te maken, zodat je uiteindelijk alle spelers op hetzelfde fysieke niveau had. Maar daar had je in het geval van een 'zomer-WK' in elk geval nog een periode van zo'n drie weken voor. Nu niet.'

Van Marwijk noemt één belangrijk onderdeel: de fitheid van Memphis Depay en Frenkie de Jong. In de ogen van de oud-bondscoach is het cruciaal dat het duo fit blijft. Of in het geval van Depay eerst nog fit wórden. 'Zij hebben dus niet de fitheid of het ritme dat normaal gesproken vereist is voor een zwaar WK waar op topniveau moet worden gepresteerd. In de oude situatie had je als bondscoach nog een paar weken om die spelers ritme te laten opdoen voor het toernooi begon. Die gelegenheid is er nu niet geweest. Als bondscoach ben je sowieso afhankelijk van de clubs, maar nu heb je geen enkele grip gehad op je spelers.'